Paardensport
Deze sport doe ik dus al lang. Al 40 jaar. Al bijna 41 jaar zelfs. Het is zoiets als fietsen qua belasting. Mijn lichaam heeft zich er volledig op aangepast. Als ik wel eens wat langer doorga of wat intensiever voel ik weer welke spiergroepen je gebruikt. Bij het dressuur rijden doe je meer met je buikspieren dan je vanaf de grond zou verwachten. Goed paardrijden lijkt heel eenvoudig. De ruiter zit. Dat is het. Als je echter iemand bezig ziet die het nog moet leren, lijkt het op alles behalve rustig zitten. Aan het begin raak je snel uit balans en hobbel je wat af. Of je hobbelt er vanaf, kan ook nog. Laat staan dat je nog boven zit als het paard een keer een onverwachte beweging maakt. Wat heb je dan nodig om wel te blijven plakken aan het zadel? Balans en een goede core stability. En daar blijft het, wat de ruiterontwikkeling betreft, steeds om draaien. Was dat nou alles, dan was het nog te overzien.
Maar nee, je hebt ook nog eens te maken met het paard. Een dier met een aantal eigenschappen waar je als ruiter steeds rekening mee moet houden. Niet voor niets ben je tegenwoordig bijna overal verplicht om met een helm te rijden. Paarden zijn vluchtdieren. Ze zijn constant bezig met op de omgeving letten. Iedere onverwachte beweging zorgt voor een schrikreactie. Hinderlijk tijdens een wedstrijd, als je paard ervan overtuigd is dat er een roofdier achter die prachtige bloembak verscholen zit, maar soms ook ronduit gevaarlijk. Bijvoorbeeld omdat je tijdens een bosrit wordt verrast door een vrolijke hond die vanachter de struiken schiet en je paard al bokkend een sprintje trekt. Veel sportblessures levert de paardensport niet, voetbal en hardlopen scoren beslist hoger, maar qua ernst staat de paardensport bovenaan. De kracht en de snelheid en de hoogte leveren jaarlijks meerdere ernstige trauma's op, vooral neurologisch letsel.
Naast de veiligheidsmaatregelen als een helm en een bodyprotector moet je je ook verdiepen in het paard en zijn eigenschappen. Zodat je weet hoe je veilig met een groot vluchtdier kunt omgaan en hoe je moet communiceren met paarden.
Paarden leren door associatie. Ze leren signalen aan waarop ze beloond worden als ze de goede reactie geven. Goede ruiters leren het jonge paarden aan. Helaas kan het ook weer teniet worden gedaan door andere ervaringen. Paarden zouden op aanraking van de kuiten van de ruiter naar voren moeten gaan. Als een ruiter echter blijft doorgaan met dit signaal, doordat er te weinig controle over het been is, snapt het paard het signaal niet meer. Hij mist de beloning. Het moet zijn been, reactie is naar voren gaan, been laat los (beloning, druk is eraf).
Net als het remmen met de teugelhulp. De ruiter veroorzaakt een lichte druk op het bit, paard reageert met afremmen, ruiter laat los. Beide voorbeelden vereisen een onafhankelijke zit. Jouw balans staat los van de druk op het bit, met andere woorden, je teugels zijn niet je handvaten om in balans te blijven. Je benen zijn ook los van je paard, ze helpen je niet om er goed op te blijven zitten.
Je paard is afhankelijk van jou als ruiter. Ik vind dat je je paard zo goed mogelijk moet verzorgen en behandelen. Zorgen dat je paard je makkelijk kan dragen is daar onderdeel van. Je moet er dus voor zorgen dat je lichaamsgewicht netjes blijft. Dat je een stevig spiercorset hebt opgebouwd en dat je werkt aan je balans. Ruiterfitness helpt hierbij. Er komen steeds meer initiatieven vanuit de overkoepelende organisatie van de paardensport, de KNHS. De Ride and Run is hier een voorbeeld van. Ruiters worden aangemoedigd om breder te kijken en te werken aan hun eigen lichaam. De nadruk heeft altijd gelegen op het hoe en waarom trainen van het paard. Als je echter zelf niet goed in balans kunt zitten, kun je proberen wat je wil, maar komt het paard ook niet in balans. Je doet het samen.
In de training moet het paard leren om zijn lichaam op de goede manier te gebruiken. Hij moet leren de rug als brug te gebruiken in plaats van omlaag te drukken als antwoord op het gewicht van zadel en ruiter. Daarvoor moet je hem leren om in een aangespannen lage houding te lopen. Een jong paard leert eerst het bit te accepteren door altijd de hand van de ruiter aan te nemen. Ook leert hij voorwaarts te denken en steeds reactie op het been te geven. Als dat een constant gegeven is, kun je afwisselen in houding en daardoor zie je al gauw spiergroei bij je paard ontstaan. De bovenste spier van de hals komt steeds mooier naar voren, de lange rugspieren ontwikkelen zich zichtbaar en de achterhand wordt steeds ronder.
Je krijgt steeds meer controle over iedere pas van het paard en in de ontwikkeling wordt de afstemming heel verfijnd. Paarden zijn heel gevoelig. Ze voelen een vlieg landen en voelen iedere wijziging in de zit van de ruiter. Hierdoor wordt je steeds meer als een lichaam met je paard. En dat is geweldig. Dat stukje samenspel en controle met zo een enorme danspartner, je paard, is het ultieme geluk ervaren. Als je dan ook nog goed gaat scoren op de wedstrijden is het paardengeluk compleet.
De weg kent hobbels en bobbels, ook hier weer. Een paard is kwetsbaar, kan ziek worden of zich blesseren. En soms ben je het rijtechnisch even helemaal kwijt. Dat hoort erbij. Laat je begeleiden door een goede instructeur. Zelf heb ik al 25 jaar les van dezelfde instructrice. Ze doet het geweldig. Ze heeft een hele goede visie en laat het paard werken maar wel in zijn waarde. Ze ziet alles, ieder stukje dat nog losgewerkt moet worden en let ook scherp op de ruiter. Paardensport blijft een leerproces, je leven lang. Vroeger had ik iedere week les, dat doe ik nu niet meer. Twee keer per maand blijft onmisbaar. Zeker als je maar een paard hebt. Voor je het weet kom je toch nog in een verkeerd patroon terecht. Ook hierin blijf ik mij ontwikkelen, ik heb mijn top nog niet bereikt!




