Blog #13: Hoe ik aan een snelle Audi kom
Ik rij nu al vier dagen in een Audi A5 rond. De Audi van mijn man eigenlijk. Zijn zesde kind. Of zijn eerste kind misschien. Hoe dan ook, hij is aan mij afgestaan en ik scheur bijna overal fors over de snelheidslimiet heen. Heerlijk, wat een auto.
Natuurlijk gebeurt dat niet zomaar. Want deze auto heeft een speciaal plekje in het hart van mijn vent.
Vier dagen geleden is mijn eigen uitgewoonde stalbus, mijn gezinsauto dus, naar de garage gegaan. Hij is toe aan reparatie nadat de bumper achter eraf gereden is door een bus die dacht dat ik al weg was, wat ik op dat moment niet was. Oeps, foutje. Kan gebeuren. Nu wordt hij dus weer netjes in elkaar gezet en in de tussentijd mocht ik een Toyota hebben. Waarin je nog moet schakelen ook. Hmmm. Hoe lang was dat geleden. Lui als we zijn rijden wij in automaten rond, je wil toch wat meer onderweg doen dan autorijden alleen?
Maar goed, schakelen dus. Ik bedacht dat ik mijn dochter mooi naar haar verzorgpaard in de polder kon brengen, ideaal terrein om even aan het schakelen te wennen. Helemaal vloeiend ging het niet, maar na een minuutje of vijf wende het al aardig. Dus dochter afgezet, en een punt gevonden om te draaien zodat ik naar huis zou kunnen zonder de hele polder door te rijden.
Mijn kans kwam in de vorm van een parkeerplek aan mijn rechterhand. Het werd een soort van straatje keren, maar moet kunnen, toch? Bochtje naar links, op de rem en dan in de achteruit. De achteruit, tja. Niet eerder gedaan met dit autootje. Ik stond met de voorkant van de auto in de richting van de rietkragen. Ik zette hem in zijn achteruit. Althans, dat hoopte ik. Dus beetje gas, koppeling op laten komen en dat ding glijdt naar voren! Paniek, op de rem.
Nu moet je weten dat ik gauw hysterisch word in een auto. Afslag gemist? Ik begin te schelden zoals ik dat ooit in Amsterdam geleerd heb. Mijn kinderen vinden dit altijd zo hilarisch. Ik heb mijzelf altijd onder controle, totdat het fout gaat in het verkeer.
Kun je nagaan wat er gebeurt als ik voor een rietkraag richting sloot sta. In deze gevallen bel ik mijn man en begin ik onredelijk om hulp te schreeuwen. Waarop hij altijd meteen alles moet laten vallen om me te komen redden, ja, ik ben toch ergens voor getrouwd uiteindelijk.
Na nog een poging waarbij ik nog verder richting sloot gleed gaf ik het op. Ooit was ik echt van plan geweest te leren hoe ik onder water uit een auto zou moeten komen, maar alleen van die gedachte word ik al benauwd, dus is het er nooit echt van gekomen. Gelukkig zat de parkeerplek achter mij, dus de medeweggebruikers konden erlangs.
Totdat er een vrachtwagen aan kwam. Die kon dat dus niet. De chauffeur kwam even polshoogte nemen
"Goedemorgen meissie, (ik heb Sara al gezien, maar geeft niet, niet in dit geval) doet ie het niet meer?"
"Hij doet het denk ik wel, maar ik doe het niet meer". Dus legde ik uit hoe ik hier gestrand was.
"Nou meissie, (dat hield hij hardnekkig vol), heb je wel je rijbewijs?" Uh, tja, dat dan weer wel, zelfs mijn E, maar dat zei ik er maar niet bij... Maakte mij het eigenlijk verder uit, als ik maar gered werd.
En dat deed hij, zoals hij zei kreeg hij alle voertuigen onder controle, dus ook dit enge autootje. Of hij mij naar huis moest brengen. Nou, dat is weer een beetje te aardig, dank, rechtdoor red ik wel.... Op het rechte stuk maar gelijk even achteruit geoefend, en ja hoor, dat lukte heel best. Poeh...
Deze chauffeur had in ieder geval wat te vertellen bij de koffie.
En mijn lieve man? Die heeft in een deuk gelegen natuurlijk, maar mijn blik was voldoende om mij al voor de hele week braaf de Audi te gunnen.
En ja, sorry dames, ik heb weer een gezegde onder de vrachtwagenchauffeurs bevestigd, iets met vrouwen achter het stuur....